zondag 12 oktober 2008

Terugblik op de weg


Vandaag is het op de kop af tien jaar geleden dat ik mijn rijbewijs behaalde. Ik werd hier fijntjes op gewezen door een brief van de RDW om mijn rijbewijs te laten verlengen. Hoe het zo kwam en wat er daarna gebeurde kun je hieronder lezen.

Ter ere van mijn 40e verjaardag, nu ruim 10 jaar geleden, kreeg ik van Carla een proefrijles cadeau. Ik had nooit gedacht dat het zover zou komen. Al vanaf mijn vroegste jeugd had ik een haat-liefde verhouding met het fenomeen auto. Ten eerste omdat ik, vanaf het moment van instappen, wagenziek was. Daarbij kwam dat mijn vader sigaren rookte in de auto, wat ook niet hielp. Toch was het niet allemaal kommer en kwel; we gingen, mijn vader, moeder en ik, regelmatig op zondag een eindje toeren, niet zelden vergezeld van een picknickmand met kippenpootjes. Hiernaast een foto van mijn ouders met de Renault R8, door mij genomen ergens begin jaren 70. Mijn ouders zijn midden jaren 80 overleden, enkele jaren daarna kregen Carla en ik kindertjes. Vakanties deden we met de trein of samen met Carla's vader en diens auto. Boodschappen op de fiets of ook met opa's auto. Naarmate de meisjes ouder werden werd het toch steeds lastiger. Opa deed zijn auto weg en toen kreeg ik de ANWB InTest cadeau.

Ik was meteen verkocht en schreef mij in voor een rijopleiding niveau D, t.w.v. 3.195 florijnen. Het betrof een versnelde opleiding van telkens 4 uur, startdatum 7 juli 1998. Mijn theoriecertificaat behaalde ik vier dagen eerder met slechts één fout. Afrijden deed ik op 1 september, echter gezakt. Na nog eens 570 florijnen uitgegeven te hebben aan een "pleisterpakket", mocht ik op 12 oktober weer examen doen, nu met goed gevolg. Van Mariska en Laura kreeg ik een Knorretje Certificate of Achievement.

Vooruitlopend op al dit succes had ik al een autootje uitgezocht bij Autoservice Willemse. Het was een Peugeot 306 XR 1.4 Summertime uit 1994. Voor de lieve som van 18.500 florijnen mocht ik hem de mijne noemen en kocht hem daags na mijn slagen. Dezelfde dag werd ik ook lid van de ANWB. Die eerste week zal ik me nog lang heugen. Vrijdags hadden mijn vriend Aad en ik besloten naar Crossing the Border in den Haag te gaan, met mijn auto. Op de terugweg, nadat ik Aad bij zijn huis had afgezet, reed ik welgemoed huiswaarts. Op de Hoofdweg, ter hoogte van het politiebureau en wachtend voor rood, werd ik vanachter aangetikt door een Ford Escort. Het is 03.00 uur. Ik denk: niks aan de hand. De Ford haalt me echter in en gebaart dat ik moet stoppen, wat ik twee zijstraten verder, met enige tegenzin, doe. Die vent komt naar me toe en begint over schade dit en schade dat en dat ik moet dokken. Ik hou me op de vlakte en durf niet uit te stappen. Had ik nu maar een gsm! Die vent gaat te keer en gaat dreigen zijn vrienden erbij te halen en wat al niet. Uiteindelijk overtuigt hij me van de noodzaak 200 florijnen te gaan pinnen. Dat doe ik braaf, terwijl het mij dun door de broek loopt (figuurlijk). Nadat deze figuur is verdwenen, realiseer ik me dat ik ben beroofd. De week daarna rij ik in de parkeergarage van mijn werkgever het linker voorscherm aan flarden, schade 1900 florijnen. Op 3 augustus 1999 vergeet ik de antenne in de wasstraat en begin november wordt de rechterspiegel door een straatgenoot er afgereden. Dezelfde maand geeft de startmotor er de brui aan.

Dit zijn allemaal opmaten voor onze Eerste Grote Vakantie Naar Het Buitenland: Frankrijk, meer specifiek Bretagne. Tijdens deze rit, vergeleken waarbij de gemiddelde Zwarte Zaterdag een picknick is, begeeft de kathalysator het. Gevolg is dat de Peus het geluid en snelheid van een grasmaaier heeft. Gelukkig heb ik inmiddels een gsm en is de ANWB bereikbaar. We worden met de Dépannage naar Lamballe gereden, alwaar we bij Hertz een Citroën Xsara huren (op kosten van de Reis- en Kredietbrief). De bumper (le bumpèr, in Carla's beste Frans) van die Xsara rijd ik er ook nog bijna af, omdat het gras in sommige bermen hoger is dan de stenen die er in verscholen gaan. Het koordje van een parapluie biedt uitkomst en Hertz zat er niet mee, achteraf. Kosten van dit geintje: 2.394,94 Franse frankskes. De garagehouder in Saint-Brieuc is niet zo bekend met de Nederlandse taal en haalt mijn naam van het kentekenbewijs. Sindsdien ga ik in Frankrijk door het leven als Monsieur Randprofiel Onder Motorkap (de plaats waar het chassisnummer is gegraveerd)!

De eerstvolgende APK kost me 1.600 florijnen. Het wordt nog mooier. Op 2 februari 2001 gaat Laura logeren bij een vriendinnetje in Leiden. Ik zou ze wel even brengen. Helaas, het sneeuwt bijna nooit, maar die dag wel. Carla ziet de bui al hangen, maar ik wuif dat weg. Ter hoogte van het Sint Franciscus Gasthuis staat het verkeer stil om uit te voegen naar de A13. Net op dat moment word ik afgeleid door een motorfiets die mij rechts inhaalt. Te laat zie ik de stilstaande rij voor me en remmen in sneeuw is ook geen succes, dus we knallen op de voorligger. We hebben beiden ruim 9000 florijnen schade. De logeerpartij ging niet door en we zijn door onze neef Menno, die toevallig voorbijkwam, thuisgebracht. Na reparatie zijn we nog op vakantie geweest op Texel. Dat ging zo goed dat we nogmaals Frankrijk willen bezoeken, ditmaal Normandië. Eerst maar eens een vakantiebeurt. Dat leverde een nota op van 2.333 florijnen. De dag voor we vertrekken, weigert het contactslot elke dienst. Kosten: 336 florijnen.

Ik wist het niet, maar ook Normandië staat bekend om zijn verradelijke bermen. Op een mooie doch bloedhete dag gingen Mariska en ik boodschappen doen en we kochten o.a. karbonaden en ijsjes. Het was dus belangrijk dat we snel weer thuis zouden zijn. Helaas, het was oogst- en/of hooitijd, dus de landwegen wemelden van tractoren met aanhangers waarop de lading hoog was opgetast. Ook wij reden op een gegeven moment achter zo'n agrarische contraptie. Bij een kruising aangekomen dacht ik dat het wel slim zou zijn om even in te halen. Het weggetje erachter was echter significant smaller, zodat ik in de berm belandde, alwaar zich een betonnen bruggetje had verschanst. Dit bracht ons abrupt tot stilstand, waarbij de linkerkant van de auto de vrijgekomen kinetische energie absorbeerde: linker voorband en wielkastbekleding aan flarden. We waren bijna thuis, dus de hevig geschrokken Mariska met karbonaden en ijsjes lopend op huis aangestuurd. Ik dacht het wel te redden op de lekke band, wat natuurlijk jammerlijk mislukte. Dan maar het wiel ter plaatse verwisseld, wat op zich goed ging op het inmiddels bijna gesmolten asfalt. In het plaatsje La Haye-Pesnel zat een Peugeotdealer, die gelukkig ook banden verkocht, maar geen Pirelli's, dus dat duurde een aantal dagen. Intussen rondgereden met de thuiskomer. Dat was wel raar, het stuur was een kwartslag gedraaid en het stuurde erg moeilijk. Nadat de garagiste de band had vervangen, drukte zij ons op het hart dat het pas de problème was, zolang je maar niet sneller dan 100 reed. Op weg naar Nederland deed ik dat ook maar niet en eenmaal thuisgekomen waren mijn biceps in omvang verdubbeld en mijn vertrouwen in deze auto gehalveerd. De monteur van Willemse vroeg zich af hoe ik de auto had laten vervoeren. Ik vertelde dat ik gereden had. Dat heel onverstandig van mij, want de stuurinrichting was ontwricht, ik had niet mogen rijden, het hele zootje had zo af kunnen breken! De maat was vol.

Ik liet mijn oog vallen op een Peugeot 306 1.6 Break. Eigenlijk wilde ik een 307 Break, maar die waren er toen nog niet. Voor de oude Peus kreeg ik nog 7.796 florijnen en moest er 19.000 bijbetalen. Gek genoeg hebben we de volgende twee jaar niets bijzonders meegemaakt met deze auto. We zijn ermee naar Cadzand-Bad en (weer) Frankrijk op vakantie geweest. Tijdens de laatste werd het 38 graden, gelukkig hadden we airco.

In de juni 2003, het is inmiddels het eurotijdperk, bestelden we de 307 XS 1.6 16V Break. We hadden een heuse proefrit gemaakt met een SW en waren danig onder de indruk. Levertijd was echter drie maanden, wat uitliep tot vier. Op 26 september was het dan eindelijk zover! Voor de 306 kreeg ik nog 5.500 euro en voor het verschil, 16.022 euro, mocht ik de 307 mee naar huis nemen. Het was wel een rare tijd, Carla's vader was net overleden en haar moeder woonde zolang bij ons. De 307 is meteen als vrachtwagen aan het werk gezet, de oude woning ontruimen en alle spullen distribueren.

Een jaar later wilden Mariska, Laura en wat vrienden naar de Efteling. Ik zou in de buurt een ANWB-Route gaan rijden. Eenmaal in Tilburg aanbeland lette ik niet op en reed zonder te kijken naar de rijbaan links van mij, waarbij ik werd geschampt door een medeweggebruiker in een Hyundai. De hele bumper zat los, maar ik kon nog wel rijden. Na alle plichtplegingen toch maar de route afgemaakt en de hele club weer opgehaald. Ik wachtte bij het hek en Laura zegt: er is iets gebeurd met de auto. Ze kon het van mijn gezicht aflezen! Schade: 1969 euro.

Een jaar geleden is er ingebroken in de 307, linker voorruitje ingeslagen. De auto is doorzocht, maar er is niets gestolen. Bij Carglass alles laten repareren, daar kom ik wel meer voor pitjes en sterretjes in de voorruit. In februari dit jaar liet de ruitensproeierpomp het afweten en tijdens de zomerbeurt was het helemaal raak: nieuwe uitlaat en vier nieuwe banden. Kassa! We rijden inmiddels heel Europa door voor korte en langere vakanties, Nederland voor onze wandelingen. Je kunt er over lezen in dit weblog, zoals de reis door Finland.