In 2008 riep ik dapper dat ik, eenmaal 64, terug zou gaan naar Liverpool. Vorig jaar was het zover, maar corona (weet u nog?) gooide roet in het eten. Dit voorjaar was het Songfestival in Liverpool, dus dat was ook niet zo'n goed idee. Maar nu zijn we dan toch gegaan, Carla en ik, samen met onze vrienden Aad en Lia, die er ook wel oren naar hadden. Reis en verblijf uitgezocht met de hulp van Mariska. We vlogen des ochtends om 10.00 uur en moesten vanwege verwachte drukte drie uur van te voren aanwezig zijn, dus het was handig als zij de avond tevoren bij ons zouden blijven slapen. Zo gezegd zo gedaan. De andere ochtend zaten we om 05.30 uur in de voiture. Parkeren in de P3 garage van Schiphol en met de shuttlebus naar het vliegveld. We vertrokken met enige vertraging maar zijn toch op tijd geland op Liverpool John Lennon Airport (above us only sky). Vandaar met de taxi naar het Resident Hotel, gelegen aan Seel Street, te midden van bruisend Liverpool. We waren iets te vroeg, dus onze kamer was nog niet beschikbaar, die van Aad en Lia wel dus daar hebben we onze koffers even gestald.
Dag 1 | We hadden honger, dus zijn we de eerste de beste Fish & Chips zaak ingegaan voor een uitgebreide lunch, Johnny English aan Bold Street (deze straat zullen we nog uitgebreid frequenteren), een paar straten verderop. Heel veel, maar heel lekker. Met corry (lees: curry) saus. Als je Bold Street uitloopt kom je bij de St. Lukes Bombed Out Church, een indrukwekkende ruïne, ter nagedachtenis aan de bombardementen in WOII, alsmede het Christmas Truce monument a.k.a. "All together now" (WOI). Na een uurtje chillen op de kamer zijn we naar de Docks gelopen om even een blik te werpen op de Mersey wier Ferry across it we links hebben laten liggen. De maagjes begonnen alweer te knorren dus we liepen richting China Town. Zoals ik vorige keer al memoreerde stelt dat niet zoveel voor, er was één restaurant open maar dat was ook meteen bingo. Het betreft hier Man Tsuen Ho's Restaurant. Een beetje ongezellig (luid en licht) Chinees restaurant met een gigantische TV op een Hong Kongs kanaal afgestemd. Het eten is overvloedig en de Cobra's smaken uitstekend. Na drie voorgerechten zitten we vol, maar dan komt het hoofdgerecht nog, waarvan we een maar deel in de doggybag hebben meegenomen voor de lunch morgen.
Dag 2 | De volgende dag ontbeten we bij Greggs aan Bold Street. Eenvoudig doch voedzaam. Vorige week hadden we al een tour geboekt bij Fab4tours, aanvang 10.30 uur. Verzamelen bij het Adelphi Hotel, dat betere tijden heeft gekend zo ondervonden we. In de buurt is Mount Pleasant, een straat waar Laura en ik in 2008 logeerden in the Feathers Hotel, nu Liverpool Inn geheten. Het ziet er versleten uit en is nu meer een studentenlogement. In diezelfde straat trouwden John en Cynthia Lennon destijds, een beetje in het geniep aangezien niemand mocht weten dat John getrouwd was. Ook vlakbij staat Liverpool Metropolitan Cathedral, a.k.a. Paddy's Wigwam, een modern (1962-1967) bouwsel waar je niet snel een kathedraal in zou herkennen. Nog even plassen in het Adelphi Hotel, wat geen onverdeeld genoegen was. Erg smerig en bevolkt door lieden van onbestemd pluimage. Terwijl dit in vervlogen tijden hèt hotel was voor (inter-)nationale artiesten om te logeren als ze optraden in Liverpool.
Krek om 10.30 uur stopte Josh, onze gids voor de dag. Josh is een joviale kerel van onze leeftijd en geboren in Liverpool. Hij is nog niet zo lang gids en een beetje nerveus omdat wij, de fans, meer weten dan hij (zo is zijn gegronde overtuiging). De tour duurt ruim drie uur en Josh neemt ruim de tijd om ons rond te leiden door de stad en de diverse stops bij plaatsen van interesse, zoals de huizen waar de Beatles hebben gewoond als kind, Penny Lane, Strawberry Field, de laatste stop. Het is nu een oord waar the Beatles en vooral John Lennon worden herdacht en geëerd. Yoko Ono heeft zelfs wat as van John verstrooid. Er is ook een winkel en wij konden het niet nalaten een t-shirt met de beeltenis was John te kopen. Josh reed daarna nog even om teneinde Lark Lane te promoten, een gezellig straatje met winkeltjes en restaurantjes.
Na al dit geweld hebben we in het hotel de doggybag leeggegeten, waarna we weer naar de Docks zijn gelopen om lekker langs het water te lopen en op de foto te gaan bij het beeld van de vier Beatles. Daar hebben we weer een taxi gepakt om Lark Lane uit te checken. Carla was op jacht naar notitieboekjes en vond een hele leuke van de Moomins. Het is goed weer en we konden op het terras bij La Parilla bier drinken en ook Mexicaans eten. Weer met de taxi terug en toen nog even op kroegentocht, die eindigde in The Beehive, een echt ouderwetse pub (lees: geen neon, keiharde muziek en shotjes), waar Laura en ik samen met Laura's vriendin 15 jaar geleden ook al waren. Guinness!! Zelfs Carla nam een biertje.
Dag 3 | We hadden wel trek ik een echt Engels ontbijt, waarvoor je bij Albert Schloss terecht kan aan Bold Street. Zoals de naam al doet vermoeden is dit een echt Duits ingericht restaurant, maar dat mag de pret niet drukken. Heerlijk! Toen naar het Beatles Museum aan Mathew Street. Deze collectie is vergaard door Mona Best, de moeder van Pete Best, later beheerd door Roag Best, zijn zoon. Zeer gedetailleerd en interessant. Daarna natuurlijk de Cavern Club bezocht waar we een uitgebreide docu bekeken over diens historie. Omdat we er geen genoeg van konden krijgen gingen we ook nog naar de Beatles Story, waar ik al eerder was geweest. Dat is wel andere koek, meer een reis door de hoogtepunten uit de carrière van de Fab Four. Carla en Lia zijn snipverkouden en zitten er een beetje doorheen, dus we hebben een uurtje gechilled op de hotelkamer, waarna het borreluur al weer was aangebroken, dat we doorbrachten in Cheers Big Ears aan Bold Street. Vervolgens een stukje verderop heerlijk Libanees/Marokkaans bij Bakchich gegeten.
Dag 4 | Tijd om af te ronden, maar niet nadat we nog even zijn gaan winkelen. De dames wilden naar Marks & Spencer, de heren naar HMV (His Masters Voice). een kleine 10 minuten lopen vanaf het hotel. Ik scoorde daar de geremasterde Axe Victim (1974) van Be-bop Deluxe en the Bridge van Sting voor Carla. Hierna pikten we de dames op en deden nog een rondje langs de Docks voor een bezoek aan het Maritime Museum. Aad wilde per se de tentoonstelling van de Titanic en Lituania zien, Carla wilde graag naar het Slavernijmuseum wat zich op de derde verdieping bevindt. Iedereen kwam aan zijn trekken, ondanks de bloedhitte binnen. Toen was het tijd om naar het vliegveld te gaan, waar net iets andere regels gelden dan in good old EU. Dus geen vloeistoffen! Helaas had Lia een flesje handreiniger over het hoofd gezien en werd haar handbagage prompt er uit gepikt, alles overhoop! Gelukkig ging verder de reis voorspoedig en stonden we eenmaal op Schiphol binnen een kwartier bij de auto. Een record!