maandag 31 januari 2011

Stoom afblazen

Mijn honger naar kennis over Toledo's pad werd begin deze maand aangewakkerd door mijn achterachterneef Egbert. Na wat online grasduinen in het Gemeentearchief Schouwen-Duiveland kwam ik er achter dat Toledo's pad ook wel Toledo's Gat* wordt genoemd. Dat opende heel wat zoekperspectieven. Zo las ik dat dit gedeelte vaak geteisterd werd door stormen, strand- en duinafslag tot gevolg hebbende.

Een meer spectaculaire gebeurtenis vond plaats in de nacht van de Watersnoodramp van 1953 a.k.a. de Beatrixvloed (het was tenslotte haar verjaardag) nu precies 57 jaar geleden, waarin de Finse kustvaarder ss Bore-VI nabij Toledo's Gat strandde. Dit hield de gemoederen bijna een jaar bezig. Prinses Beatrix is zelfs een kijkje aan boord komen nemen! In december van datzelfde jaar werd het stoomschip eindelijk losgetrokken en voor sloop afgevoerd naar Dordrecht.
 

 
Tien jaar later stormde het weer zodanig dat de nabij gelegen bunkers, onderdeel van de Duitse Atlantikwall, geheel bloot kwamen te liggen en verzakten. Tijdens de sloop daarvan ontdekte men een wandtekening van de gestrande ss Bore-VI, waarna ook dat aan sloop ten onder ging.
 
*M.B.G. Hogerwaard, hoofdingenieur van de Provinciale Waterstaat, telde in het laatste decennium van de 19de eeuw in de zeereep van de Westduinen maar liefst 22 grote openingen die hij ‘stuifgaten’ noemde[i]. Voor deze gaten in de zeereep komen we namen tegen als Suikergat, Gat van ’t Schip en Toledo’s Gat. In de schriftelijke bronnen heten ze met een rake typering ‘treckgaten’. Ruiters konden door deze duingaten gemakkelijk met hun paarden op het strand komen. Achter de zeereep ontstonden even zo vele stuifvlakten, waar de dorpsonderwijzer J.A. Hubregtse vanaf 1910 vele archeologische vondsten deed. 


     

Bore VI (1) 1918 built by Kockums Mekaniska Verkstads ab, Malmö ex- Ellwiron built for
Ljusne Woxna ab., Ljusne, ex- Bjarke 1922, 1928 purchased from A/S Det Dansk Norske
Dampskibsselskab, Copenhagen renamed Bore VI, 29th April 1940 wrecked off Simrishamn,
repaired, 1944 seized by Germans, 1946 recovered repaired and back in service, 31st
January 1953 beached in storm off Dutch Coast, salvaged and laid up, 1956 scrapped.

Foto's en tekst samengebracht door ©lEANdIRt

donderdag 27 januari 2011

Volksfilms

Direct nadat de mediahype rondom de Coen Brothers, The Complete Collection startte, bestelde ik het online bij de Volkskrant webwinkel. Ik had geen zin elke week hijgend bij de detailhandel de dvd van de week op te halen, met de kans op "helaas, uitverkocht", vandaar. Aan de prijs kon het ook al niet liggen, krap 70 euro voor veertien films, gestoken in een prachtig vormgegeven doch informatief boek.


Daags na de bestelling kreeg ik een mailtje dat het boek tijdelijk niet leverbaar was. Afgelopen zaterdag lag het boek en The Big Lebowski in de winkel. Na enig aandringen bij voornoemde webwinkel vernam ik dat het boek deze week via TNT zou worden opgestuurd, ik kon het met track & trace volgen. Daar zag ik dat het vanuit Moerdijk zou worden opgestuurd. Het was gelukkig niet in vlammen opgegaan. 

Dit zijn de veertien films
  1. Blood Simple (1984)
  2. Raising Arizona (1987)
  3. Miller's Crossing (1990)
  4. Barton Fink (1991)
  5. The Hudsucker Proxy (1994)
  6. Fargo (1996)
  7. The Big Lebowski (1998)
  8. O Brother, Where Art Thou? (2000)
  9. The Man Who Wasn't There (2001)
  10. Intolerable Cruelty (2003)
  11. The Ladykillers (2004)
  12. No Country for Old Men (2007)
  13. Burn After Reading (2008)
  14. A Serious Man (2009)
Eén van mijn favoriete films (ever) is Fargo, met een prominente rol voor Steve Buscemi, die verder al schitterde in o.a. Monsters Inc.(!), Reservoir Dogs, The Soprano's en nu in Boardwalk Empire. Komende veertien zaterdagavonden hebben wij weer wat te doen!

donderdag 20 januari 2011

Bij hoog en bij laag

Al mijn inspanningen ten spijt ontbrak het nog aan een goede en toch betaalbare actieve subwoofer (met ingebouwde versterker) op onze slaapkamer. Als we niet slapen of iets dergelijks mogen we er graag TV of een dvd'tje kijken of naar muziek luisteren (met de wekfunctie!). De opstelling is alleen zodanig, dat de Roth OLi1 luidsprekers hoog op een kast staan. Dit is niet bevorderlijk voor het laag. Gelukkig heeft de Onkyo DR-645 een speciale uitgang voor een sub-woofer. Het wachten was dus op een aantrekkelijke aanbieding, actieve subwoofers zijn namelijk niet goedkoop. Correct had deze week Wintersale en in de advertentie stonden wel 10 subwoofers in de aanbieding.

De goedkoopsten waren 99 euro (van 299!) en eentje was ook qua maat passend, dus door eliminatie viel de keus op de Energy ESW-8. Ik kende Energy eigenlijk niet, maar het is een Canadees submerk van Klipsch, een groot merk dat ook o.a. Jamo onder haar vleugels heeft. De ESW-8 heeft alles wat de Tannoy Mercury mSUB-10 in de huiskamer ook heeft: aansluiting met luidspreker- of RCA-kabel (in de volksmond tulpstekker genoemd), instelbare frequentie (low pass filter) en volume, automatische in- en uitschakeling en een knopje voor phaseverdraaïng. Dit laatste heb je nodig als de gewone lage tonen door bijzondere akoestische omstandigheden die van de subwoofer opheffen. Ik ontdekte trouwens (vrij laat) dat de TV een audio-uitgang heeft, dus die heb ik ook maar op de Onkyo aangesloten. Een kabeltje had ik uiteraard nog liggen.




zaterdag 15 januari 2011

Stadsgezichten

Elevador de Gloria | 2 november 2010.
Iedereen kent ze wel: de door IKEA ingelijste Vilshult stadsgezichten van Londen, New York, Parijs, ehh Amsterdam... Toch niet de minste steden. Gek genoeg ontbreekt Rotterdam in dat rijtje. Lissabon ook,  maar dat hebben ze opgelost: IKEA Portugal heeft in eigen beheer De Elevador de Gloria uitgebracht. Afgelopen november kochten we er één voor Laura en Bruno om hun huiskamer op te smukken. Mariska heeft die van Parijs, bij wijze van aandenken aan haar reisje met Laura aldaar, boven de eetkamertafel hangen.

In onze huiskamer konden we ook wel iets dergelijks kwijt, maar dan toch liefst iets met een Rotterdams accent. We hebben bijvoorbeeld al een reproductie van een naïef schilderij van Marie-Anne Meier, een Rotterdams stadsgezicht uit het midden van de jaren 80. Een paar dagen geleden hoorden we toevallig dat IKEA inderdaad een Rotterdamse versie had uitgebracht: de Erasmusbrug die ook al, prematuur en heel naïef, op voornoemd schilderij staat.

Vol goede moed reden we gisteren door de regen en in de file naar Delft, omdat de vestiging in Barendrecht nog steeds verbouwd wordt en het daar een zooitje is. Maar geen Erasmusbrug. Bleek het alleen in Barendrecht verkocht te worden! Dus wij weer in de file en door de regen derwaarts. Gelukkig waren er nog voldoende verkrijgbaar. De foto is gemaakt door Michele Falzone en is als panoramafoto al eerder in een breder kader gepubliceerd. In Delft hadden we nog wel kussenovertrekjes gescoord, die qua design beter bij het nieuwe interieur passen. Oordeel zelf!


 

woensdag 12 januari 2011

Uitgezongen

Toen we hier in 1997 kwamen wonen ontdekten we in onze tuin een vijver. Deze uit de kluiten gewassen afwasteil leek meer op een boeren-sloot. Er leefde een vis in, geen idee wat voor één. Het was een vrij forse vis, die na een aantal jaren dood ging. Daarna namen kikkers het territorium over, waarschijnlijk omdat ze niet meer opgegeten werden. Ook hebben wij eens een pot kikkerdril erin losgelaten, een explosie aan kikkers tot gevolg hebbend.

De vijver is ondiep, dus als de winter zijn intrede doet dienen de kikkers zich goed in te graven en er het beste van te hopen. Deze winter vroor het extreem vroeg en wij hielden ons hart vast of onze amfibieën dit Nova Zembla zouden overleven. Helaas, nu het ijs gesmolten is kwamen er talloze kikkerlijkjes bovendrijven. Carla was er helemaal van ontdaan en vroeg mij hen eervol te begraven. Met een oude grashark viste ik de diertjes uit het water. Het waren er wel twintig! Ik zag ook nog een levende, waarschijnlijk de jongste, die de wijsneus was....




Daar zaten zeven kikkertjes
Al in een boerensloot.
De sloot was toegevroren,
Ze waren hallef dood.
Ze kwaakten niet, ze kwekten niet
Van honger en verdriet.

De jongste, die een wijsneus was,
Zei tot zijn kameraads:
Die malle nachtegalen,
Wat hebben zij een praats.
Was eerst het ijs maar in de dooi,
Wij zongen net zo mooi!

De milde lieve lente kwam,
Zij kwaakten d'oude wijs.
Als zij dat zingen noemen,
Wens ik ze weer in't ijs!
Ik geef die kikkers allemaal,
voor ene nachtegaal.

vrijdag 7 januari 2011

Geschiedsvervalsing

Toledo's pad
in vroeger tijden.
Toledo's pad is, dat weten we nu wel, vernoemd een duinovergang in Burgh-Haamstede. Van mijn verre neef Piet, die de stamboom van onze familie regelmatig water geeft, vernam ik dat het pad zijn naam ontleent aan Heereman van Toledo. Dat nu blijkt niet waar te zijn. Deze week ontving ik een e-mail van een zekere Egbert van Toledo, die met een heel ander (door mij ietwat geredigeerd) verhaal kwam:

Toledo's Hoeve
©Egbert van Toledo
Het pad is een strandjutterpad dat door ene Adrianus van Toledo, geboren in 1763 te Hellevoetsluis en zoon van Cornelis van Toledo en Jacomijntje Groenendijk, veelvuldig gebruikt werd om aangespoelde waar van het strand te halen zonder dat aan te geven bij de strand-vonder. Hiervoor werd hij herhaaldelijk op de vingers getikt. Hoe Adrianus ertoe kwam vanuit Hellevoetsluis naar Westenschouwen te gaan is niet geheel duidelijk. Wel weten we dat hij in Hellevoetsluis een proces wegens defloratie (ontmaagding) aan zijn broek kreeg en dat hij kennelijk de uitspraak niet afgewacht heeft. Hij woonde dus in het kleine dorp Westenschouwen waar hij al snel een van de schepenen werd. Eens werd hij uit dit ambt ontheven maar kwam later als zodanig weer in de annalen voor. Hij overleed in 1838 maar zijn naam bleef voortleven in "Toledo’s pad" en in de daar vlak bij liggende en nog steeds bestaande "Toledo’s Hoeve".
 
Een andere bron verwoordt het zo: 
 
De westkust van Schouwen heeft in het verleden veel met het water, storm en wind omhanden gehad. Vandaar ook dat strand en duinen zich meerdere malen hebben verplaatst, verminderd en vermeerderd. Duinvorming in Zeeland gebeurd meestal door verstuiving vanuit een beschadigde zeereep. Met het strand verschoven zich ook de duinpartijen. Zo vlak en glad als de kop van Schouwen in vroeger tijden was, zo gebocheld is hij nu. De verschijning van de eerste duinen schat men tussen ca. 900 en 1250 en in een tweede fase tussen 1300 en 1600 en tussen 1750 en 1850. De periode tussen 1600 en 1750 noemt men de ‘rustperiode’ die in verband wordt gebracht met de Kleine IJstijd. De oudste duinen liggen dus het meest landinwaarts.

Doordat de oudste duinenrijen verderop landinwaarts lagen en zich na 1750 nieuwe duinen vormden had het water nog steeds veel vrij spel op de toenemende stranden. Zo kwam het dus voor dat zich tussen de nieuw te vormen duinen zich een water-, wind- of zeegat vormde zodat het water met vloed vrij kon instromen en daardoor duinpolders vormden tussen de oude en nieuwe duinen. Zo gebeurde het dus dat voordat men begon met rijshout en helmgras te planten er diverse ‘stuifgaten’ waren gevormd. In de 20ste eeuw waren voor bedoelde gaten in de zeereep op de Kop van Schouwen de toponiemen Suikergat, Gat van 't Schip, Krabbengat, Gat van Westen, Toledo's Gat, Watergat en Wagengat nog bekend. In de Westduinen is er een totaal van wel 22 stuifgaten geweest.

De duinverstuivingen van 1700, genaamd de 2de duinverstuivingen, brachten zo’n grote verplaatsing van duinzand te weeg dat men in aller haast begon met het rijshout en helmgras te plaatsen om het zand meer beschutting te geven in de hoop dat het verstuiven zou stoppen. Desondanks waren er duinen die tussen 40 en 80 meter landinwaarts waren verwaaid. Op sommige plaatsen waren de nieuwe duinen zelfs tot over de oudste duinen heen verplaatst. Grofweg gezegd is de ligging van de buitenduinen: De hele boswachterij, Meeuwenduinen en Zeepeduinen. Wat verderop noordelijker nog de verklikkerduinen. Alles wat hier buiten valt zijn de oude duinen.
 
De dichts bijzijnde gaten voor Westenschouwen noem ik Gat van ’t Schip en Toledo’s Gat. Dit waren ook  2 stuifgaten waar het hoge water redelijk vrij spel had. Hier kwam het water niet zo ver als bijvoorbeeld bij de Zeepeduinen waar het soms helemaal vol liep. Met name het Gat van ’t Schip was een stuifgat dat ongeveer 300 meter landinwaarts liep daar waar nu de 1ste waterput (duinven) ligt. Het Toledo’s Gat was echter maar goed 100 meter landinwaarts. Het spreekt voor zich dat na hoogtij en vooral na storm of springtij er in deze gaten veel bleef liggen wat de zee achterliet en daar werd vooral door één persoon gretig gebruik van gemaakt. Aansluitend aan Toledo’s Gat lag het Toledo’s Pad. Het voorheen Duinweg(je) geheten pad, liep van het strand tot aan wat nu ongeveer kruispunt Kraaijensteinweg-Kommertjesweegje is.

Het pad was een strandjutterpad dat door ene Adrianus van Toledo, geboren in 1756 te Nieuw-Helvoet en zoon van Cornelis van Toledo en Jacomijntje Groenendijk, veelvuldig gebruikt werd om aangespoelde waar van het strand te halen zonder dat aan te geven bij de strand-vonder. Hiervoor werd hij herhaaldelijk op de vingers getikt.

Hoe Adrianus ertoe kwam vanuit Helvoet naar Westenschouwen te gaan is niet geheel duidelijk. Wel weten we dat hij in Helvoet een proces wegens defloratie (ontmaagding) aan zijn broek kreeg en dat hij kennelijk de uitspraak niet afgewacht heeft. Hij trouwde in 1793 met Cornelia Krepel uit Burgh. Misschien was zij een goede partij, waardoor hij eigenaar werd van de boerderij, die later ‘Toledo’s Hoeve’ ging heten. Hij woonde dus in het kleine dorp Westenschouwen waar hij al snel een van de schepenen werd. In 1803 werd hij veroordeeld voor strandjutten; Adrianus’ verweer dat hij de (verstopte) spullen had gekocht van marskramers en langstrekkende soldaten vond geen gehoor. Ondanks dat alles werd hij in 1810 opnieuw tot schepen benoemd.

Zijn huwelijk was hoogstwaarschijnlijk kinderloos, want zijn bezittingen werden na zijn overlijden op 9-2-1838 geërfd door Thomas Hobson, logementhouder te Hellevoetsluis, en Marinus Bock, chirurgijn en Visiteur der Quarantaine uit diezelfde plaats. Vlak voor zijn dood wijzigde Adrianus zijn testament om zijn dienstbode ƒl.1300.--. na te laten. Na zijn overlijden in 1838 bleef zijn naam voortleven in "Toledo’s pad" en in de daar vlak bij liggende en nog steeds bestaande "Toledo’s Hoeve".

Toledo's Pad (Duinwegje) omstreeks 1910. ter hoogte Westenschouwenseweg.
 
Na de aanplanting van rijshout en helmgras groeide het duin langzaam dicht en werd een ware hoogte. Toledo’s Gat verdween en Toledo’s Pad werd gedecimeerd in een kort stukje pad vanaf de Kraaijensteinweg tot in eerste instantie nog op het strand. Hier was inmiddels al wel een hoge trap voor aangelegd want het bleef toch een belangrijke overgang. De draai in de Kraaijensteinweg richting de rotonde was er immers nog niet dus het was de eerste overgang wilde je niet door het dorp gaan. Deze bocht is pas halverwege de jaren ’30 aangelegd. Daarna kwam WOII en werd er boven aan die overgang een geschutsbunker geplaatst. De trap bleef, ook na de oorlog. In 1964 werd het pad benieuwd. Er werd druk gewerkt aan het verbreden en verharden van het Toledo’s Pad. Het pad moest 2 meter breed worden en het zou verhard gaan worden met het puin dat vrijkwam door het slopen van de bunkers waarna men tot asfalteren over zou gaan. In tussenliggende periode was er ook veel duinafslag geweest door diverse voor- en najaarsstormen waarbij vaak de trap aan de zeekant werd weggeslagen of geheel verzakte. Bij het noemen van deze stormen mag ik ook de ziedende storm van 1 februari 1953 niet vergeten waarbij het Finse stoomschip Bore VI vastliep op het strand bij de overgang van Toledo’s Pad. Het 1382 ton metende vrachtschip werd gewoonweg tegen de duinen ‘gekwakt’. Het schip was onderweg van Rouen naar Amsterdam en kwam in de problemen waarna het voor anker ging. Toen de kettingen braken was  het schip niet meer te behouden. Gelukkig werd de 22 koppige bemanning gered. Pas 19 december dat jaar kon het schip worden vlot getrokken waarna het in 1956 in Hendrik-Ido-Ambacht alsnog onder de sloophamer kwam.

En Toledo’s Pad? Dat is er nog steeds al is het geen duinovergang meer. Vanaf de verharding van het pad in de ’60er jaren bleef het aan de zeekant maar behelpen. Steeds weer sloegen de golven stukken duin weg waardoor de trap verdween. Ook kwam bij het wegslaan van duin steeds vaker grote stukken bunkerplaten en funderingen mee naar beneden gestort. Het werd uiteindelijk een gevaarlijke overgang. Ook werden er vanaf de jaren ’54-’55 een aantal nieuwe zomerwoningen terug opgebouwd en kwam men met de vraag aan de gemeente of het pad zou kunnen worden afgesloten als overgang. Uiteindelijk heeft men in 1974 de overgang gesloten en is het “eigenweg” geworden. Het was gewoon ’n win-win situatie geworden met het gegeven dat de overgang bij de rotonde geheel werd vernieuwd met een bredere trap. Ook de parkeergelegenheden werden verbeterd. Zo was het goed. Alle partijen tevreden.

Wie vandaag de dag de durf heeft om toch het Toledo’s Pad in te gaan zal bij de laatste zomerwoning “De Duinpan” zich verder moeten verplaatsen door los zand, puin, duindorens enz. Ben je eenmaal (bijna) boven, kun je, als de wind gunstig heeft gestaan nog steeds de bunkerresten aanschouwen alsmede het laatste beschot van het bovenste stukje trap.


Toledo's Hoeve, begin vorige eeuw

Toledo's Hoeve, ca. 1940

Over deze Adrianus valt nog meer te lezen op Vergeten levens van Arine Nienhuis-Snaterse.

Mooi verhaal! Egbert deed in dezelfde mail ook nog uit de doeken dat wij een gemeenschappelijke betovergrootvader hebben, namelijk Jacob van Toledo, geboren in 1795. Heereman is Egberts grootvader die afstamt van deze Jacob. Wij zijn dus achterachterneven. Mijn vader was achter-neef van zijn grootvader Heereman. Onderstaand schema moet een en ander min of meer duidelijk maken.


donderdag 6 januari 2011

Leeftijdgenoot

Begin 1979 zat ik nietsvermoedend in Honky Tonk, mijn stamkroeg in Brielle. De muziek die daar gedraaid werd was normaal gesproken niets bijzonders, maar die dag hoorde ik het singletje Adolescent Sex van Japan. Het sprak me meteen aan en na een bezoekje aan Haddock in Rotterdam was ik diezelfde week nog de trotse bezitter van de gelijknamige lp, uitgebracht in 1978 maar opgenomen in 1977. Zelden werd ik zo gegrepen door muziek als op juist die LP. Een krankzinnige mengeling van vuige rock, punk, funk, disco, echo's van Rolling Stones, David Bowie, Roxy Music en New York Dolls en de geforceerde stem van David Sylvian. Andere leden van deze extravagant uitgedoste glam/art-rock band waren Steve Johansen (broer van David, hun echte achternaam luidt Batt), Mick Karn, Richard Barbieri en Rob Dean, die in 1981 de groep verliet.

Opus magnum en stijlbreuk
Na Adolescent Sex maakten de heren in moordend tempo nog vier LP's: Obscure alternatives (1978) , Quiet life (1979), Gentlemen take polaroids (1980) en Tin drum (1981). Als zwanenzang werd nog de live lp Oil on canvas uitgebracht in 1983.

Vanaf Quiet life, dat muzikaal een stijlbreuk betekende, ging Sylvian met zijn 'echte' stem zingen, die daarna nog het best tot zijn recht kwam op zijn solo projecten Brilliant trees (1984), Gone to earth (1986) en Secrets of the beehive (1987). Op deze laatste stond ook het nummer Forbidden colours, een samenwerkingsproject met Ryuichi Sakamoto, bekend van Yellow Magic Orchestra, voor de film Merry Christmas Mister Lawrence met David Bowie in de hoofdrol.

De wegen van de heren gingen uiteen, hoewel regelmatig in allerlei combinaties muziek werd geproduceerd en uitgebracht, culminerend in 1990 met de cd Rain tree crow in dezelfde bezetting als Tin drum, feitelijk een Japan-reünie onder de naam Rain Tree Crow. Van Mick Karn mag de samenwerking met Peter Murphy van Bauhaus onder de naam Dalis Car in 1984 niet onvermeld blijven.

Op 4 januari 2011 is Mick Karn, geboren op 24 juli 1958 als Andonis Michaelides te Nicosia, Cyprus aan de gevolgen van kanker op 52-jarige leeftijd overleden. Even oud als ik dus. Zijn onnavolgbare stijl van spelen op de (fretloze) bas houdt zijn herinnering levend...