donderdag 28 mei 2009

De boomgrens

Met onze vrienden (m/v) Aad en Lia zijn we twee keer naar de Franse Alpen geweest. Aad's zus bezit namelijk in Les Contamines-Montjoie een chalet en dat mogen we dan gebruiken. Het ligt in het departement Haute-Savoie, regio Rhône-Alpes, in de buurt van de Mont Blanc en recht tegenover Mont Joly. In 2004 gingen we met twee auto's, omdat wij eerder terug moesten vanwege Mariska's diploma-uitreiking. Omdat België overhoop lag, reden we via Duits- en Zwitserland. Helaas waren de wegen in Zwitserland ook (onaangekondigd) opgebroken (Stau!), dus de rit duurde 13 uur. Je moet helemaal de berg op, door haarspeldbochten wringend, om bij het chalet te komen. Het grenst aan een alpenweide en bossen. Dat het zo hoog ligt (1400m) heeft voor- maar ook nadelen. Elke ochtend moet er namelijk een verse Montangard (brood) op de plank komen en dat koop je beneden in het dorp. Omlaag gaat nog wel, maar omhoog is (voor mij) een marteling, zeker op een lege maag. Maar Aad is onverbiddelijk, ik moet mee! Eénmaal boven is de beloning een douche en een heerlijk, door Lia bereid, ontbijt met spek en eieren. Hier kun je zeker een halve dag op teren! Naar plaatselijke traditie en (bij)geloof kerft Lia wel een kruis in de onderkant, dit zorgt voor geluk die dag. De dagelijkse boodschappen doen we bij de Intermarché in Domancy. In hetzelfde dal ligt Saint-Gervais-les-Bains, een leuk stadje om in rond te kijken en te winkelen.

De eerste wandeling die we maken is naar Les Tappes, een skihelling. Het is bijwijlen steil maar we krijgen vanzelf een hoog gemsgehalte. We worden getrakteerd op fraaie uitzichten en moeten soms over smalle plankjes bergbeken oversteken.

De streek grenst aan Italië, dus we zijn ook een keer naar Aosta geweest, via de inmiddels heropende Mont Blanctunnel. Aosta ligt in een dal en het is bloedheet. Helaas komen we rond het middaguur aan en de winkels en veel terrasjes zijn tot half in de middag gesloten. We vermaken ons echter met een wandeltocht die o.m. langs Romeinse opgravingen leidt. Aosta is tweetalig (Frans en Italiaans). Aad maakt van ons de legendarische 'De Tollen' foto. Diezelfde avond en weer thuis barst een onweer los zoals we nog nooit meegemaakt hebben. De volgende dag is het echter weer mooi weer.

We ontkomen er niet aan nog een fikse wandeling bergopwaarts te maken, naar 'le Truc', een herberg nabij de boomgrens. Lia ziet er tegenop dus ze blijft thuis met een boekje. We bezochten ook nog het bekende ski-oord Chamonix (door Aad consequent op zijn Engels - sjahmowniks- uitgesproken) bezocht, wat in de zomer niet veel te bieden heeft naar mijn smaak.


In 2006 zijn we weer geweest, maar nu met zijn allen in onze auto. België was ook weer open dus het ging een stuk vlotter. We reden via Luxemburg, dit om Aad's toenmalige nicotineverslaving op goedkope wijze te bevredigen.

Carla was herstellende van een zware operatie met complicaties, ze had net een week ziekenhuis achter de rug. Het weerhield haar er niet van er weer flink de (berg)pas in te zetten. Chapeau! Naast enkele fraaie wandelingen in de omgeving, o.a. langs l'Église de Notre-Dame de la Gorge, waar we nog een kaarsje gebrand hebben voor Helmut's overleden vader Theo, zijn we dit keer ook naar Genève, Zwitserland, geweest. Het is een mooie stad met fraaie, dure winkels en dito publiek. De Rhône en het Meer van Genève leveren mooie vergezichten op.

Carla en ik hebben samen langs een naamloos beekje langs de Rue du plan du moulin nog een wandeling gemaakt, wat een aardige indruk oplevert van het boerenleven hier. Als we niet wandelen of ergens naar toe gaan luieren we op de veranda om te lezen of te kijken naar de bosarbeiders die boomstammen vanaf de berg naar beneden slepen en opstapelen.

Dit jaar gaan we weer, nu nog een manier vinden om dat brood te laten bezorgen...