maandag 11 januari 2010

Kei van een tante

Mijn vader, neef Hans, tante Maartje, mijn moeder en ik.
Mijn moeder kwam uit een groot gezin, in totaal veertien kinderen. Een van haar zussen, tante Ma(artje), woont al sinds mensenheugenis in Amersfoort. In vroeger tijden gingen we vaak bij haar logeren. Voor de lol, maar vaak ook uit noodzaak, als bij ons thuis de boel uit de hand gelopen was. Zij stond altijd voor ons klaar en ik beschouw haar dan ook als mijn tweede moeder. Vorig jaar werd ze 96 en was nog behoorlijk vief voor haar leeftijd, hoewel ze wat vergeetachtig werd. Normaal gesproken belt ze altijd voor Kerst, omdat ze kaarten schrijven te veel moeite vindt. Dit jaar belde ze niet, dus belde ik haar. Ze klonk schor en kortademig over de telefoon, had bronchitis gehad maar was herstellende. We wensten elkaar het allerbeste voor 2010. Gisteren belde haar zoon, mijn illustere, wat zeg ik, beruchte neef Hans, dat het niet goed gaat met haar. Ik beloofde dat ik zo snel mogelijk langs zou komen. Morgen ga ik haar opzoeken.