We waren dit jaar weer van plan een lang weekend in Enschede door te brengen maar helaas kon ik geen vrij krijgen. Twee dagen later wel en, omdat we ook een rondje Nederland met de nieuwe Peus wilden doen, hebben we dit gecombineerd. We reden via Marken en Harlingen naar Enschede en van daaruit via Duitsland naar Thorn waar Carla die schattige witte huisjes wel eens wilde zien en ik een natuurwandeling langs de Maas wilde maken.
We waren bijna acht jaar geleden ook al in Marken, ook op weg naar Harlingen waar we ons 25-jarig huwelijks-jubileum vierden. Net als toen wilden we naar de vuurtoren rijden, maar je mag daar niet met de auto komen dus parkeerden we bij het dorp, waarna we door de nevel en broeierige hitte over de dijk naar de vuurtoren wandelden. Op de picknickplaats aten we een boterhammetje en liepen daarna over het Oosterpad weer terug, nog even het dorp in om het massatoerisme aldaar aan den lijve te ondergaan.
Op naar Harlingen. We stopten even bij het monument op de Afsluitdijk, waar Ir. Lely met zijn laptop onder de arm over het IJsselmeer uitkijkt. In Harlingen parkeerden we bij de vuurtoren, waar we acht jaar geleden een nachtje doorbrachten in de hotelkamer helemaal bovenin. De nevel is inmiddels opgetrokken en we maakten een wandelingetje door dit sympathieke stadje, waarna we dwars door Friesland, Drenthe en Overijssel naar Enschede reden. Onderweg in de buurt van Staphorst zagen we wel veertien ooievaars.
Thorn in een notendop |
Na bij de Appie proviand voor de volgende dag te hebben ingeslagen en alvast een beginnetje te hebben gemaakt met de flessen rosé en rode wijn die voor ons klaarstonden, gingen we een hapje eten bij Fat Kee, een chinees restaurant in de buurt. Toen we binnenkwamen dachten we, nog even verder kijken. Maar er was verder niets bijzonders in de buurt dus we waagden het er maar op. Ik had Pekingeend, wat eigenlijk best lekker was, maar Carla's Mifang Kerrie (Mifang is Twents voor Mihoen) viel zwaar tegen. Het was er ook bloedheet, wat ook niet hielp. Gelukkig hadden we al een zak uitgebakken spekjes bij de wijn leeggegeten...
De volgende dag reden we via Duitsland naar Thorn in Midden-Limburg. Dit gaf mij de kans om de Peus op zijn staart te trappen, hoewel ik niet harder dan 150km/h heb gereden. De wegligging blijft ook onder die omstandigheden uitstekend, wat ik van de oude Peus niet kon zeggen. Na wat strubbelingen om Venlo uit te komen, parkeerden we net buiten Thorn aan de Groothegger-laan, waar we vol goede moed aan een wandeling begonnen. De bewegwijzering is echter nogal summier en ik heb geen kaart. Het pad op de grens met België dat we namen loopt dood en tot overmaat van ramp kreeg Carla een hypo. We kozen eieren voor ons geld en zijn toen Thorn ingelopen, bekend om zijn witgeschilderde huisjes. Dat is het eigenlijk. Op een terrasje dronken we een bakkie en ik nam natuurlijk een stuk abrikozenvlaai. Carla had net al haar brood naar binnen gepropt en had geen trek meer. Op weg naar de Peus waarschuwde Carla nog voor de gaten en kuilen in de weg, maar te laat, ik zwikte en stortte met donderend geraas ter aarde. Hand en elleboog open maar gelukkig hadden we pleisters bij ons. Moe maar voldaan aanvaarden we de reis naar huis. Tot zover onze zomervakantie.