maandag 30 maart 2009

Onthecht

Overmorgen, 1 april 2009, worden de hechtingen van de CTS-operatie verwijderd. Ook op 1 april , maar dan in 1572, verloor Alva zijn bril. Alva, meer precies Fernando Álvarez de Toledo, kwam in beeld toen ons gezin in 1967 naar Brielle (bril) verhuisde. Een klein jaar later vierde ik voor de eerste keer het 1 aprilfeest. Op deze foto, gemaakt op 1 april 1968, staat de vierde klas van de Ichthusschool in Rugge afgebeeld. Staand, tweede van rechts Celma, zittend, zesde van rechts Jan Willem en tweede van rechts ikzelf, allen behorend tot ons recente reünieclubje. Meester Aad de Ruiter is er ook bij, die onlangs nog meeschreef aan het boek '40 jaar Blaise Pascal - Een levend verleden', hij was daar later (ook mijn) docent Nederlands.

Eén van de eerste vragen die men mij stelde was 'stam jij af van Alva?'. Het antwoord daarop kon best gevaarlijk zijn, Brielle was tenslotte het epicentrum van het verzet tegen de 'Spanjolen' en de Watergeuzen waren ook bepaald geen lieverdjes. Ik zei dus naar waarheid dat ik het niet wist, hoewel ik het stiekem best stoer vond als het waar zou zijn. Van wie ik echt afstam ontdekte ik pas veel later. Een verre neef van mij, Piet(er Cornelis), houdt namelijk een stamboom bij van de familie. Piet is van de XIVe generatie, ikzelf ben van de XIIe generatie.

De stamboom gaat terug tot Jorino de Toledo (1568), een Spaanse Hugenoot die waarschijnlijk door Spaanse Inquisitie vervolgd werd en naar de Zuidelijke Nederlanden is gevlucht. Via Schipluiden, Pijnacker en Vlaardingen raken zijn afstammelingen verzeild op Voorne-Putten, waar ik geboren ben en waar nog zeer veel familieleden wonen.
 
Behalve mijn broers en zussen ken ik bitter weinig familieleden. Mijn vader zweeg er over, mijn moeder had het altijd over 'die boeren'. Daar kon ik het mee doen. We gingen wel eens naar ooms en tantes in onder andere Hellevoetsluis, Poortugaal en Oosterhout, maar daar kan ik me niet veel meer van herinneren.

Ik kwam er een aantal jaren geleden via via wel achter dat mijn vader als jongen heeft gewoond in het geboortehuis van Joh. H. Been, gelegen aan de Voorstraat 5 te Brielle, naast Drogisterij Bout en recht tegenover Hotel Restaurant de Zalm. Been heeft nog les gegeven aan de 'klompenschool' in de tijd dat mijn moeder daar leerlinge was. Mijn opa (die ik overigens nooit gekend heb), was tuinder en keurmeester bij de groentenveiling. De oma van mijn vader had als meisjesnaam Snoeij, een geuzennaam die hij zichzelf in een jolige bui wel eens aanmat.