Om te voorkomen dat deze 'zomer' de annalen in gaat als 'die waarin niet gewandeld werd', hebben we gisteren de stoute wandelschoenen aangetrokken. Volgens de weermannen zou het de mooiste dag van het weekend zijn, wat natuurlijk niet zo was. Carla had zin an Oostvoorne. Daar hadden we al eens de Aalscholverroute gedaan, maar die vonden we een beetje saai. Vandaag viel de keus op de Scholeksterroute. Die is, zonder het uitstapje via de Brielse Gatdam naar de Maasvlakte, 12 km. De heenweg reden we nog verkeerd, TomTom stuurde ons via de Europaweg de Maasvlakte op. We waren niet de enigen gelukkig. Nadat we de weg hervonden hadden reden we richting Bezoekerscentrum Tenellaplas, waar de wandeling start.
Via de duinen loop je naar het voormalig autostrand, waar ik vroeger met mijn vader nog wel eens kwam. Daarna, via de Brielse Gatdam, kom je in natuurgebiedje het Parnassiavlak waar je over moet om bij het Oostvoornse Meer te geraken. Het is alleen zo drassig van de regen de afgelopen weken dat het onbegaanbaar is. Terug- en omlopen dus. Gelukkig is het niet ver en kom je uit bij een surfstrandje aan voornoemd meer. Hier zwaaien, naast de surfers, aalscholvers de scepter. Op één na, die lag dood op het strand. Gek genoeg hebben we geen scholeksters gezien of gehoord. Vervolgens kom je in een gebied dat De Strandvlakte is gedoopt en is ontstaan nadat het gebied van de zee is afgesloten in 1966. Hier huist onder andere de Noordse Woelmuis (a.k.a. de zeemol) die je ook op Texel aantreft. Uiteindelijk kom je uit bij 't Wapen van Marion. Het is een hele tippel en dan ben je pas op de helft.
Via de duinen, opgedeeld in stukken met prozaïsche namen als Kaapduin, Vliegveldvallei en Populierenbos, kom je uiteindelijk weer bij de Tenellaplas uit. Het vliegveld werd, zo kan Carla zich nog herinneren, in de winter als ijsbaan gebruikt. Nu liepen er paarden, dieren waar we, tenzij er een hek tussen ons en hen in staat, geen affiniteit mee hebben. Ze versperden de weg, maar hadden het kennelijk te druk met eten zodat ze ons met rust lieten. Hierna verliep de wandeling zonder incidenten.
Na afloop belde ik mijn zus Nel in Oudenhoorn even om te vragen of het uitkwam dat we een oude rotan stoel (die we voor de zekerheid al hadden meegenomen) konden langsbrengen. Dat kon. Ze bleek al vier identieke stoelen te bezitten, dus dat kwam goed uit. We zien elkaar niet veel, maar dat maakt helemaal niet uit. We konden blijven eten. Nel vertelde dat haar man Jan onlangs een lintje van de Koningin heeft ontvangen. Hij is als vrijwilliger (onderhoud in de ruimste zin des woords) al meer dan veertig jaar verbonden aan OHVV (Oudenhoornse Voetbalvereniging). In De Bernisser kun je e.e.a. nalezen. Een hele prestatie en een felicitatie waard!
Mijn zwager Jan, relaxed in het midden... |