De weervoorspellingen voor woensdag zijn niet best, dus vandaag besloten we een dag eerder dan gepland een wandeling te maken. Wandeling 34 begint bij de Heilbachsee en via Sassen naar de Hochkelberge, voorheen een stratovulkaan maar nu een afgesloten natuurgebied, waar we dus omheen lopen. Vergeleken met de vorige wandeling is deze veel gevarieerder en dus leuker. In het bos zien we een ouder boerenpaar schielijk omgezaagde bomen aan mootjes hakken voor eigen gebruik, althans dat vermoeden we. Ze kijken namelijk wel heel schichtig als wij langslopen. Meters verder neem ik een foto van het tafereeltje, in de hoop niet hun wraakzucht te prikkelen.
Onderweg zien we ook diverse uitkijkposten. Het lijkt erop dat er veel natuurliefhebbers (of jagers?) zijn in deze contreien. Onderweg zien wij in ieder geval diverse herten en eekhoorns. Die beesten zijn alleen zo schuw dat ik er ternauwernood twee op een bewogen foto heb kunnen vastleggen. Nadat we een Romeinse gedenksteen gepasseerd zijn komen we nabij het dorp Mosbruch terecht in een verlande mare, de Mosbrucher Weihe. Dit is een elfduizend jaar oude vulkaankrater waar water in heeft gestaan maar nu dusdanig opgedroogd dat er een moerasbos is ontstaan. Er is een uitzichtpunt met geestig bovenmaats meubilair.
Via een slecht gedocumenteerd pad langs de Schönbach, waar zich een kolonie Grobbebollen ophoudt, lopen we weer terug naar het park. Het Grobbekuiken hebben we niet gezien. Toet!!!
Onderweg aten we Weltmeisterbrot (1974) en 's avonds maakte ik geïmproviseerde spaghetti Bolognese. Er is nog genoeg voor twee dagen...