woensdag 18 april 2012

Wallfahrt

Ja mensen, het is alweer bijna veertig jaar geleden dat ik voor het laatst in Trier was. Het was de schoolreis van 1973, ik zat in het derde jaar. Dat voorjaar deden we eerst Trier aan en daarna Han sur Lesse. We schijnen aardig de beest uitgehangen te hebben, hoewel ik volgens mij niet aan die festiviteiten heb deelgenomen. Te braaf denk ik. Anywho, vandaag reden wij op ons gemakje richting Trier. Het weer zit mee, van de aangekondigde buiigheid geen spoor, tot we Trier zelve bereikten. Parkeren deden we aan de Ostallee in de parkeergarage van het winkelcentrum aldaar. MediaMarkt lonkte maar ik was sterk. Op goed geluk liepen we naar het centrum, wat op zich niet zo moeilijk is want Trier is niet zo groot. Alles draait hier om het Romeins erfgoed en dan vooral de Porta Nigra. Ik moet ergens nog een foto van toen hebben liggen waar die op staat. Het is een drukte van belang met al die toeristen, ons incluis.
 
We vielen met onze neus in de boter, want er is een manifestatie aan de gang inzake de Heilig Rock Wallfahrt. Ik dacht aan een relirockconcert, maar het blijkt een pseudo bedevaart te zijn met als doel de werkloosheid in de regio op slinkse wijze te koppelen aan de plaatsing van een metershoge replica van het kledingstuk dat Jezus droeg tijdens de kruisiging. Bent u daar nog? Het geschiedde dat wij net aan de goede kant van de Porta Nigra stonden toen deze processie daar voorbij kwam. Er was ook televisie aanwezig en verdomd, wij staan net niet op het filmpje! Daarna bogen we af richting de Moezel om via een omtrekkende beweging weer in de stad te geraken. Inmiddels regende het behoorlijk. Nadat we de winkelstraatjes hadden uitgekamd en tevergeefs in een modelbouwwinkel leuke modelautootjes hadden gezocht, dropen we af naar de MediaMarkt, waar ook al niets van onze gading lag.

Cas en Trudy hadden hoog opgegeven van het stadje Cochem en daar reden we, in de inmiddels stromende regen, naartoe. Het is inderdaad een alleraardigst bergstadje aan de Moezel, met de Reichsburg, een enorme burcht die boven alles uittorent. We parkeren bij het Friedhof aan de Jahnstrasse en dalen via allerlei trapjes af naar het gebied waar alle winkeltjes en restaurantjes zijn. Het regent inmiddels pijpenstelen en we wagen de klim naar de burcht, waar we, inmiddels droog, de hele stad en rivier kunnen overzien. Nadat we beneden nog de laatste Kosakkenbrot net voor de volgende klant's neus hebben weggekaapt rijden we, half doorweekt, weer naar onze vakantiewoning.