maandag 2 juli 2018

Umbrië, ook leuk


Hoewel wij ons in Toscane bevinden, wij zijn niet bang ook aan Umbrië, meer bepaald Assisi, een bezoekje te brengen.  Het is een kleine 90 km rijden en parkeren konden we in de gloednieuwe parkeergarage aan de rand van de stad, waarna we per roltrap ons naar de stad begaven. Assisi is een zeer goed gepreserveerd middeleeuws stadje, voor eeuwig verbonden aan de heilige Franciscus van Assisi(!) (zie ook mijn bericht van 10 jaar geleden). 

Het is loeiheet inmiddels en de onvermijdelijke toeristen laten zich graag verleiden door de talloze souvenirwinkeltjes. Er zijn aardig wat Amerikanen en Duitsers op de been, iets wat onze Fransiscus ongetwijfeld zou toejuichen.  Via de Sint -Fransiscusbasiliek en het Clarissen Kapucijner klooster van de Duitse Zusters, belanden we op het hoogste punt: Rocca Maggiore, een oud fort, ongenaakbaar in de hitte. Daarna dronken we een welverdiend colaatje op een terrasje.



Op de terugweg deden we Lago Trasimeno aan, het enige open water in de regio van betekenis. In het piepkleine vissersplaatsje Torricella verpoosden we een wijle aan de oever, zeer fotogeniek. Bij wijze van sfeerverlichting gooien ze daar visnetten over de steigerlampen. Ook zagen we plaatselijke vissertjes die kisten vol zoetwatervis sleten aan een restauranthouder neem ik aan. Een poes wachtte haar kans af...

Passignano sul Trasimeno was ons ook aangeraden, maar parkeren aldaar was dermate niet te doen dat we, ook al omdat we er eigenlijk doorheen zaten, naar huis zijn gereden. Daar aangekomen aten we restjes en door de buurman aangeboden komkommers van eigen bodem. Er zouden er meer volgen, veel meer.