We waren eigenlijk van plan in Millau te gaan eten, maar alles was dicht. Geen nood, het grillrestaurant van ons hotel bood uitkomst. Carla nam paella en ik ribeye steak met roquefortsaus, weer vergezeld van een fles Peysir. Dat is toch wel een heel lekker wijntje. Het restant namen we weer mee naar de kamer. Daarna vroeg het mandje in omdat we er weer vroeg uit moesten voor de rit naar Normandië.
We wilden over de brug rijden, dus moesten we terug naar afslag La Cavalerie om daar de A75 naar het noorden te nemen. Het was regenachtig, wat in dit bergachtige gebied betekent dat je in de wolken rijdt. Af en toe moest het mistlampje aan. Ook de brug was er in gehuld, wat wel een bijzonder aanzien geeft. Aan de noordzijde is een Aire aangelegd, speciaal om vanaf deze kant een blik op de brug te kunnen werpen. Het ligt op gelijke hoogte, dus je kunt weer vanuit een ander perspectief foto’s maken. Het levert wat mij betreft de mooiste plaatjes op.
Rijdend over die gigantische brug kreeg ik hetzelfde gevoel als het Gezelschap van de Ring toen zij de Pillars of the Kings naderden: ontzag! |
Daarna reden we bijna 800 km naar Chambre d'Hôtes le Chaînon van Celma en Robert in Normandië, langs steden als Clermont-Ferrand, Bourges, Tours en Le Mans. Onderweg regent het zacht of helemaal niet en we kunnen behoorlijk opschieten. We rijden, zoals eigenlijk de hele tijd, louter over tolwegen. Je hebt dan bijna geen verkeer en je kunt lekker opschieten. Net voor donker reden we Saint-Agnan-de-Cernières binnen na een rit van in totaal ruim acht uur. Celma en Robert verwachtten ons nog niet zo vroeg omdat ze niet wisten dat we via tolwegen kwamen. We werden allerhartelijkst onthaald met knabbels en wijn en daarna een heerlijk, overvloedig plat du jour. Na de koffie kakten we een beetje in en toen zijn we onze chambre maar gaan opzoeken. Omdat we hier geen internet hebben stuurden we de thuisfronten een sms’je (veel te laat) en gingen we, terwijl het buiten stormt en regent, slapen.