Vuurtorens. Wij hebben er een zwak voor. Gisteren beet die in Roscoff het spits af, vandaag togen we naar
Pointe de Saint Mathieu, in het zuidwesten van de streek nabij Brest. Het is een uurtje rijden. Il fait beau, al vijf dagen, maar net voorbij Brest wordt het mistig en daalt de temperatuur aanzienlijk. Net uitgestapt heb ik spijt geen jasje meegenomen te hebben.
|
Cenotaaf en gedenkteken |
Ter plaatse blijkt het een allegaartje aan gebouwen te zijn, een vuurtoren, een enorme abdij in verval maar in restauratie, een kleiner kerkje, een oude kloostermuur, een Semaphore (radarstation), en last but not least een fort uit 1854 dat is omgetoverd tot een gedenkplaats voor alle voor het vaderland gevallen zeelieden, zowel mariniers, vissers en koopvaarders. In de tot
cenotaaf (=leeg graf) getransformeerd fort is een gedenkplaats ingericht met de wanden vol foto’s der gevallenen, onderwijl worden de schepen en data voorgelezen waar en wanneer die gezonken zijn. Buiten mist het hevig. In het kleine kerkje branden we een kaarsje voor alle gevallenen in besloten kring, zeg maar.
|
Cenotaaf |
Het is nog vroeg en we pikken nog een vuurtorentje mee, die van
Trézien, een kleine 17 km naar het noorden. Gelukkig knapt het weer knapt zienderogen op. Het is een mooie vuurtoren en open voor publiek. Alleen 182 treden beklimmen lijkt ons te gortig. Via de Casino in Lesneven reden we weer op huis aan.
|
Phare de Trézien |
Na het avondeten wandelden we naar de
Dolmen de Dievet hier in de buurt. Eerst deden we moeilijk, semi illegaal door een gerstveld, later liepen we om en dan staan er zelfs bordjes hoe er te komen via een paadje en een grasveld. Met de inmiddels ook hier gearriveerde wolken en de zonnestralen daar doorheen was het een mooi gezicht.
|
Dolmen de Dievet |