zondag 25 april 2010

Immer wieder Sonntags

Sight seeing deel 2. We vertrekken vanaf S-Bahnhof Savignyplatz, waar we worden belaagd door ‘toeristen’ die 2e-hands weekkaarten willen slijten. Ze zijn verbaasd en beledigd als we het aanbod afslaan. Vandaag bestrijken we het gedeelte van Mitte ten westen van de Spree. Op de brug bij de Berliner Dom is het weer raak. Een ‘Bosnisch’ meisje, volgens mij een Roma, vraagt of we Engels spreken, wat ik bevestig. Fout! Vervolgens overhandigt ze beleefd een kaartje waarop in het Engels om geld wordt gevraagd. Ik lieg dat ik haar niet kan helpen. Dit overkomt ons later nog enkele malen, maar nu ben ik zo alert te zeggen ‘Nee, ben je gek joh’. We willen de Dom in, maar er is een dienst gaande en het ziet er erg ongastvrij uit. Via een Kunstmarkt, waar ik een leuk cadeautje voor Carla koop, belanden we Unter den Linden. Het is prachtig mooi weer en we eten een appeltje op een bankje.

Richting Brandenburger Tor wordt het allengs drukker, culminerend in een kermis net achter de poort met reuzenrad, trampolines en een hijskraan met een vliegtuigje eraan bungelend. Niet ons kopje thee. We zwenken noordwaarts richting Reichstag. Er zijn erg veel toeristen op de been. We lopen achterom richting Spree, dat vergeven is van de rondvaartboten.

Hier zien we ook de alomtegenwoordige buizen die grondwater afvoeren uit bouwputten, water lozend in de rivier. Via de diplomatieke wijk lopen we naar Tiergarten om even uit te rusten. We willen naar Checkpoint Charlie en de kortste weg is via de Potzdamer Platz, het spiksplinternieuwe business centre. Door puur toeval lopen we via het Sony Centre, een enorm rond gebouw met een binnenplaats van overweldigende architectuur, bijzonder fraai. Checkpoint Charlie (Charlie is de letter C in het militaire alfabet) was de enige grensovergang toen de Muur nog stond en staat symbool voor de tweedeling van Berlijn, Duitsland, Europa en de Wereld. Het hele verhaal wordt op panelen op het kruispunt Zimmerstrasse/ Friedrichstrasse verteld. Het terrein erachter ligt braak, maar volgens mij komt daar een nieuw museum.

Het is inmiddels bloedheet en ik krijg een sms’je van Carla of ik al Bratwurst heb gegeten. Vlakbij een stukje muur aan de Nieder-kirchnerstrasse koop ik van de weeromstuit een broodje Bratwurst, wat bijzonder goed smaakt. Voort maar weer, we willen ook nog naar het Holocaustmonument.

Dat is een verzameling betonnen blokken van verschillende hoogte en op een ongelijke ondergrond, wat een ontregelend effect op me heeft. Eronder is een informatiecentrum, als je er in wilt moet je net als op een vliegveld je laten scannen. Het verhaal van de holocaust is natuurlijk bekend, maar in deze setting wordt je dichtbij de slachtoffers gebracht. Op een heel droge manier worden de feiten verteld maar met een heel persoonlijke draai. Daarna lul je niet meer. Enigszins uit het veld geslagen aanvaarden we de reis naar het hotel. Om niet helemaal in mineur te eindigen pikken we maar weer een terrasje, waar we ad hoc besluiten meteen een hapje te eten. Het is bijzonder lekker, vooral met dat heerlijke gele goedje, Weissbier Hefe heet het geloof ik. Ik kan er aan wennen.


Cindy & Bert, 1973