zondag 25 september 2011

Boerin in Frankrijk

Wil den Hollander-Bronder
Mijn moeder, Neeltje Herlaar, is in 1917 in Brielle geboren. Zij bezocht daar de lagere school (de 'klompenschool' voor zover ik weet). Thuis hadden wij wat boeken staan, het merendeel streekromans. Leergierig ventje dat ik was, ik las ze bijna allemaal. Zo ook de omnibus 'Boerin in Frankrijk' van de schrijfster Wil den Hollander-Bronder. Later, als puber, las ik het nogmaals en toen vertelde mijn moeder dat zij met de schrijfster, Wil Bronder, op school had gezeten, misschien zelfs wel in dezelfde klas, hoewel ze bijna twee jaar scheelden. Volgens mijn moeder woonde Wil in de polder Zuurland nabij Brielle, destijds kennelijk onderdeel van Oostvoorne.

Wil is later getrouwd met Gerrit den Hollander(!) en zij zijn in 1947 naar Frankrijk geëmigreerd, waar ze uiteindelijk in het gehucht Inval-Boiron in het departement Somme een boerderij konden pachten. De vier boeken die de omnibus* vormen verhalen over het wel en vooral wee aldaar. Wil is in 2000 overleden en woonde tot op die dag op die boerderij. Haar man Gerrit sneefde, inmiddels dement, in 2002. Lekker belangrijk zul je misschien denken, maar door de hernieuwde kennismaking met mijn oude schoolvriendin Celma ben ik meer dan normaal geïnteresseerd geraakt in deze vrouw en haar nalatenschap. Celma heeft namelijk een Chambres d'Hôtes in Saint-Agnan-de-Cernières, Normandië. Dat ligt niet zo gek ver van Inval-Boiron. Wij hadden onze vakantie dit jaar bij Celma af willen sluiten, maar dat ging qua planning niet door.

Nu had ik al eens over dit onderwerp gegoogled en ontdekte dat in het gehucht Le Mazis een Chambre d'Hôtes 'Onder de Linden' was, die wordt uitgebaat door een zekere Aart Onder de Linden en zijn vrouw Dorette. Zo las ik dat hij, naar Frankrijk geëmigreerd in 1946, vanaf 1952 als knecht op de boerderij van Den Hollander heeft gewerkt. Sterker nog, hij figureert als Kees in een aantal hoofdstukken! Dorette is dan weer de dochter van de vorige bewoners van die boerderij en heet in het boek aanvankelijk Blanche en later Odile. Haar ouders verhuisden toen naar een landhuis in Le Mazis. In 1972 werd dit door hen omgetoverd tot een Chambres d'Hôtes en werd in 1992 door Aart en Dorette overgenomen.

Zaterdag 24 september 2011 zijn we dan op bedevaart gegaan naar de oude boerderij. 's Ochtends bij het ontbijt ontmoetten we Aart, die bij mijn oom Wim in de klas blijkt te hebben gezeten begin jaren '30. Hij kende een flink aantal van mijn ooms en tantes en mijn opa Eliza, die stratenmaker was en waar mijn vader bij werkte. Aart is in Vierpolders geboren en staat, nu ruim 80 jaar, nog midden in het leven. Nooit gestopt met werken en vol plannen voor de verbouwing van de kamertjes op de tweede verdieping. Met de instructies van Aart gaan we op stap. De afstand tussen Le Mazis en Inval-Boiron is slechts ruim een kilometer. We lopen langs weiden waar de karakteristieke witte koeien grazen. 'Bij de kerk rechtsaf en dan over het bruggetje'. Aan de linkerkant van de Rue du Moulin zien we het boerderijtje staan.

Het verbaast mij dat het pal aan de weg ligt, door de beschrijvingen in het boek (mede geholpen door de omslagillustratie) leek het verloren in de ruimte te staan. Het is ook veel kleiner dan ik me voorstelde en inmiddels onvoorstelbaar oud en vervallen. Dat hier tot ruim tien jaar geleden nog iemand gewoond heeft! We lopen om de boerderij heen. Aan de achterkant was een watermolen, die een aantal machines aandreef. We moeten door een kapot hek kruipen om er zicht op te krijgen. De rivier Le Liger is in deze tijd van het jaar slechts een smal stroompje. Het omliggende terrein is totaal overwoekerd. De boerderij wordt misbruikt als opslagplaats van de naburige boer, die ons gelukkig met rust laat en niet wegjaagt zoals Aart vreesde.

Het exterieur van de boerderij

Het interieur...

We gaan ook naar binnen in wat schuren en stallen moeten zijn geweest. Het woongedeelte is afgesloten maar ik kan wel foto's door de ramen maken. Het ziet er allemaal vervallen en deprimerend uit. Kleine hokjes en kamertjes, overal rommel, stof en spinnenwebben. Mooi en ontroerend zijn de details: porseleinen schakelaars, aandrijfstangen, -riemen en -wielen, achtergelaten gebruiksvoorwerpen. We verkenden ook nog even de omgeving en ontliepen ternauwernood de 'bemoeizuchtige' overbuurvrouw. Het is welletjes geweest en schoorvoetend aanvaardden we de terugtocht. We werden ingehaald door de boer die zijn koeien ging verweiden. Het leven gaat hier, ondanks alles, gewoon door...


De omgeving en haar stralende middelpunt...
*Land van zon en wijn (1964), Volwassen mensen huilen niet (1964), En de boer, hij ploegde voort (1965) en Mijn vallei in Frankrijk (1966).